Katten

Als katten eigenaar zult u onze praktijk regelmatig bezoeken. Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen, daarom adviseren wij om jaarlijks langs te komen met uw kat voor een algemene controle, deze kan goed gecombineerd worden met de jaarlijkse vaccinatie.

De beste zorg voor uw kat

Als u een kitten heeft aangeschaft dan adviseren wij u om bij ons langs te komen voor een algehele check-up en eventuele vaccinaties (afhankelijk van de leeftijd van het kitten). Kittens worden met 9 en 12 weken gevaccineerd. Tijdens dit eerste consult kunt u ook gelijk uw eventuele vragen stellen.

Naast de jaarlijkse controles behandelen we natuurlijk ook uw zieke kat. We nemen de tijd om uw kat goed na te kijken en onderzoek te doen. In onze praktijk kunnen we bloed- urine en ontlastingsonderzoek doen. Ook kunnen we röntgenfoto’s of een echo maken bij ons op de praktijk.

Afspraak maken

Wij proberen onze wachttijden zo kort mogelijk te houden, vandaar dat wij alleen op afspraak werken en onze paraveterinairen aan de telefoon al diverse vragen stellen om zo te zorgen dat er voldoende tijd is om goed naar uw kat te kijken.

Vaccinaties

Een kitten wordt ingeënt op de leeftijd van 9 en 12 weken. Het dier is dan beschermd tegen kattenziekte en niesziekte.
Hierna vindt jaarlijks een controle en inenting plaats, u ontvangt hiervoor een oproepkaartje. Voor het buitenland is een inenting tegen hondsdolheid, een chip en een Europees paspoort vereist.

Het is verstandig om een kitten elke maand te ontwormen tot het kitten 6 maanden oud is. Hierna mag de kat om de drie maanden ontwormd worden als hij/zij naar buiten gaat.
Ook is het verstandig tijdig te beginnen met vlooienbestrijding. Vlooien veroorzaken namelijk veel jeuk en kunnen lintworm overdragen. Let op, niet alle middelen tegen vlooien werken goed. Wij adviseren u hier graag over.

Chippen

Door een microchip aan te brengen onder de huid, wordt uw dier met een uniek nummer geïdentificeerd. Deze chip wordt met een speciaal apparaat afgelezen, waarna het nummer kan worden opgezocht in de database. Dit nummer wordt gekoppeld aan uw naam- en adresgegevens. Een vermist dier dat gevonden is, kan op deze manier weer bij u terecht komen.

Daarnaast verplichten meeste dierenverzekeringen een chip. Ook als u met uw dier naar het buitenland wilt, zijn een microchip en Europees paspoort verplicht.

U kunt zelf de registratie controleren op www.chipnummer.nl

Castratie kater

Katers worden geslachtsrijp als zij 6 tot 9 maanden oud zijn.

Vanaf deze leeftijd kunnen zij gaan sproeien en krijgt hun urine een doordringende ‘katerlucht’. Vaak gaat de kater meer op pad en zit hij bij terugkomst onder de krabben en abcessen ten gevolge van hun luidruchtige gevechten. Als de kater een krols poesje tegenkomt, kan een kortstondige ontmoeting al snel leiden tot een (vaak ongewenste) gezinsuitbreiding.

Om deze redenen worden de meeste katers gecastreerd vanaf dat zij 6 maanden oud zijn, op deze leeftijd sproeien ze meestal nog niet.

Sterilisatie poes

Poezen worden geslachtsrijp als zij 6 tot 9 maanden oud zijn, op dat moment zal u de eerste ‘krolsheid’ gaan zien.
De verschijnselen van krolsheid zijn: over de grond liggen rollen, meer aanhalig zijn, languit met het achterwerk omhoog liggen, zeer luidruchtig miauwen en proberen naar buiten te komen om achter de katers aan te gaan.
Om ongewenste nestjes en melkkliertumoren te voorkomen, is het beter om de poes te laten steriliseren vanaf de leeftijd van 6 maanden. Het gebruik van de poezenpil op lange termijn raden wij ten zeerste af, in verband met ernstige bijwerkingen.
Heeft de poes een nestje gehad, dan kunnen zij al na 10-14 dagen weer krols worden. Het beste is dan de poes 4-6 weken na het krijgen van de jongen te steriliseren.

De sterilisatie vindt bij ons plaats door een klein sneetje in de linker flank, waardoor u na de operatie hier een kale plek zult zien. De hechtingen komen onder de huid, zodat een kap niet nodig is en de wond mooi zal helen.

Op reis met uw kat

Als u uw huisdier wilt meenemen naar het buitenland, zijn daar vaak strenge regels aan verbonden, maar zijn er ook een hoop risico’s aan verbonden. Deze regels en risico verschillen per land.
Enkele belangrijke regels:

  • Het dier moet geïdentificeerd zijn met een microchip, welke bij een databank geregistreerd is op uw naam en adres.
  • Het dier moet gevaccineerd zijn tegen rabiës (= hondsdolheid). Deze enting moet 3 weken voorafgaand aan vertrek gegeven worden en/of moet voor de volledige verblijfsduur geldig zijn. De geldigheid is 3 jaar bij het vaccin dat wij gebruiken.
  • Enkele landen vereisen een legalisering door de NVWA.
  • Andere landen eisen bijkomend een bloedonderzoek dat aantoont dat uw dier inderdaad voldoende antistoffen heeft tegen hondsdolheid, dit is de rabiëstiter bepaling.
  • Het dier moet een Europees paspoort bezitten.


Er zijn landen die eisen dat de dierenarts een gezondheidsverklaring invult.

Enkele van de risico’s hebben te maken met ziektes die teken, muggen en zandvliegen kunnen overbrengen op uw huisdier.

Neem altijd ruim van tevoren contact op met een dierenarts en vermeld naar welk land u van plan bent naartoe te gaan. Wij kunnen u goed adviseren, de nodige preventieve medicatie en een vakantiechecklist meegeven.

Nierfalen

De nieren bestaan uit wel duizenden filtertjes, welke allen tezamen de belangrijke taken van de nier uitvoeren. Als sommige filtertjes niet meer goed werken, nemen anderen in eerste instantie hun functies over. Hierdoor merken we niet meteen dat er een verminderd functioneren van de nier is. Pas als meer dan 70% van de nieren is aangetast, krijgt een dier verschijnselen. Deze verschijnselen kunnen zijn: overmatig plassen, overmatig drinken, weinig eetlust, doffe vacht, slechte conditie, gewichtsverlies, braken, zweertjes in de bek, diarree, lusteloosheid en soms bloedarmoede.

Nierziekte is één van de belangrijkste dodelijke aandoeningen bij de kat of hond. Uw dier is voor de rest van het leven nierpatiënt, genezing is zelden mogelijk. Gelukkig kan uw dier bij tijdige diagnose en met de juiste behandeling toch een prettig leven leiden.

Zo bestaat er naast medicatie, ook een specifiek nierdieet. Dit is een volledig dieetvoer voor de kat of hond, speciaal ontwikkeld om de nierfunctie te ondersteunen bij nierziekte. Dit dieet bevat een laag fosforgehalte en een beperkt eiwit gehalte, waarbij voornamelijk eiwitten van hoge kwaliteit. Vaak treedt er een duidelijke lichamelijke verbetering op wanneer zo een nierdieet wordt voorgeschreven.

Schildkliervergroting

Vergroting van de schildklier is een kwaal die vooral voorkomt bij oudere katten, van 12 jaar en ouder. Dit wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door een goedaardige vergroting van de schildklier, die ongeremd schildklierhormoon produceert. Dit hormoon zorgt ervoor dat de verbranding van het lichaam op een bepaald niveau blijft. Bij een teveel van dit hormoon verbrandt het lichaam meer dan de kat kan eten, waardoor de kat zal vermageren. Dieren met deze ziekte hebben daarom vaak een bonzend hart.

De meest voorkomende verschijnselen zijn: veel eten, vermageren, vaak braken, slechte vacht en soms diarree. De meeste katten drinken veel meer dan voorheen en zijn meestal actiever dan normaal, een enkele keer zijn de katten juist sloom met weinig eetlust.

Als de dierenarts uw kat van schildkliervergroting verdenkt zal bloed worden afgenomen en worden onderzocht op een overmaat aan schildklierhormoon. Vaak wordt dan ook meteen de nierfunctie gecontroleerd, omdat een te hard werkende schildklier een slechte nierfunctie kan maskeren. Ook wordt de glucose bepaald, aangezien de klachten van een schildklierpatiënt erg lijken op die bij suikerziekte.
Ook is er de mogelijkheid om een speciale scan te laten maken, dit kan echter alleen in een specialistische kliniek.

Als de kat niet behandeld wordt zal het dier steeds verder vermageren en verzwakken, waarna uiteindelijk het hart het kan opgeven en het dier aan de gevolgen kan overlijden.
Gelukkig is deze aandoening goed te behandelen. Dat kan op vier manieren: met schildklierhormoonremmers, een speciaal dieetvoer, een operatie of een injectie radioactief jodium. Medicatie en dieetvoer zijn levenslang, maar kunnen de aandoening wel goed onder controle houden. Voor operatie of injectie met radioactief jodium is een specialistische behandeling nodig.

Hoge bloeddruk

De bloeddruk is de druk die via het bloed op de aderen wordt uitgeoefend. Een stress situatie kan een normale en tijdelijke verhoging van de bloeddruk veroorzaken, maar er zijn ook ziekten die ervoor zorgen dat deze bloeddruk (tijdelijk) verhoogd is.

De organen die het meeste lijden onder een te hoge bloeddruk zijn de nieren, de ogen, het hart en de hersenen. Dit leidt tot allerlei kwalen en symptomen.

Er zijn verschillende oorzaken voor een te hoge bloeddruk. Zo kan uw dier leiden aan een nierprobleem, een te snel werkende schildklier, een hartaandoening, suikerziekte of een bijnierprobleem. Om een oorzaak te kunnen vinden wordt bloed afgenomen, maar soms is er geen aanwijsbare oorzaak voor de te hoge bloeddruk te vinden.

De bloeddruk van katten kan op de praktijk gemeten worden. Dit gebeurt aan de voorpoot en wordt een aantal keren achter elkaar gemeten, om zo een gemiddelde te kunnen berekenen. Stress kan de bloeddruk namelijk behoorlijk beïnvloeden, daarom is het belangrijk het dier zo rustig mogelijk te houden.

Als de bloeddruk van uw kat te hoog is wordt een behandeling ingesteld, namelijk in de vorm van medicatie. Na een week vindt een controle plaats en wordt de dosering eventueel aangepast. Dit medicijn dient meestal levenslang gegeven te worden en zorgt er wel voor dat alle organen verder beschermd worden.

Wanneer een oorzaak gevonden is voor de hoge bloeddruk welke ook goed behandeld kan worden, is verdere behandeling van de hoge bloeddruk vaak niet meer nodig.

Het is erg belangrijk regelmatig op controle te komen, aangezien een hoge bloeddruk veel schade aan kan richten en een tijdige behandeling veel ellende kan voorkomen.

Blaasgruis

Blaasgruisproblemen bij de kat zijn het gevolg van kristalvorming van bepaalde mineralen, met name fosfor en magnesium (struviet) in de urine. De steentjes of kristallen kunnen in de blaas irritatie en een ontsteking veroorzaken. In ernstige gevallen kunnen ze in de urinebuis komen en daar vast komen te zitten, waardoor de urinebuis verstopt en de kat niet meer kan plassen. De eerste tekenen die duiden op een ontsteking of een (gedeeltelijke) blokkade zijn onder meer bloed bij de urine, vaak moeten plassen en/of persen bij het plassen (niet te verwarren met persen bij de ontlasting). De kat zit vaak veel langer dan normaal op de bak en het plassen is meestal erg pijnlijk. Soms schreeuwen ze van pijn bij het plassen.

Een verstopping van de urinebuis is een levensbedreigende situatie, waarbij een onmiddellijke behandeling door de dierenarts van groot belang is. Als de kat niet kan plassen raakt de blaas overvol. Hierdoor kunnen in een verder stadium de nieren de afvalstoffen niet langer uit het lichaam verwijderen en ontstaat er een ophoping van deze stoffen in het lichaam. De kat kan dan binnen 48 uur overlijden.
De dierenarts kan zo een verstopping opheffen en de blaas van de kat legen met behulp van een urinekatheter. In sommige gevallen blijft de kat een aantal dagen in de opname totdat hij weer zelf goed kan plassen. Ook zijn ontstekingsremmers en soms een antibioticakuur nodig om de infectie te bestrijden. De kater krijgt soms ook plasbuisontspanners om het plassen gemakkelijker te maken. In uitzonderlijke gevallen is een operatie noodzakelijk.

Het gruis in de wordt onderzocht en vaak kan een speciaal dieet worden voorgeschreven om herhaling van de problemen te voorkomen. In dit dieet is het magnesium- en fosfor gehalte lager en dit voer verlaagt de zuurtegraad van de urine, zodat er minder snel kristalvorming optreedt.

De kat die een acute verstopping overleeft heeft een goede kans op een langdurig leven met minimale kansen op herhaling mits het dieet goed gevolgd wordt en de kat door u goed in de gaten gehouden wordt. Medicijnen voor langere periodes, routine controles en veelvuldige urinetesten zijn soms noodzakelijk.

Vertrouwt u het plassen van uw kater niet, maak dan altijd zo snel mogelijk een afspraak om de kater te laten controleren door een dierenarts!

Gebit

Tandsteen ontstaat langzaam en bestaat uit resten voedsel, neergeslagen zouten uit het speeksel en snel groeiende bacteriën. Voor de eigenaar is het meest opvallende verschijnsel een onfrisse adem en een vies gebit.

Tandsteen vormt zich vooral op de overgang van tand naar tandvlees en werkt zich als een wig onder het tandvlees. Het tandvlees raakt ontstoken en de wortels van de tanden komen bloot te liggen. Het gebit komt daardoor los te zitten en dit veroorzaakt pijn. Door deze ontsteking in de mondholte gaat uw dier bovendien onaangenaam ruiken uit zijn bek. Soms kunnen bacteriën uit een ontstoken bek het lichaam binnendringen en via de bloedbaan elders problemen geven. Berucht hierbij zijn tussenwervelschijf-, nier- en hartklep-ontstekingen.

De enige manier van behandelen bestaat uit het verwijderen van het tandsteen. Bij onze huisdieren moet dit onder narcose gebeuren, anders is het niet goed mogelijk om vooral achterin goed schoon te maken. Het reinigen gebeurt met hetzelfde instrumentarium als de tandarts bij ons gebruikt. Na het reinigen inspecteren we het gebit nog eens goed, rotte en loszittende tanden en kiezen worden ook verwijderd. Hierna wordt het gebit gepolijst, zodat alle tanden en kiezen weer mooi glad zijn. Het duurt dan langer voordat tandplak zich weer kan aanhechten.

Als u wilt voorkomen dat uw huisdier tandsteen krijgt moet u goed op de voeding letten. Hoe zachter het voedsel is (dinner’s of blikvoer bijv.) des te gemakkelijker het dier tandsteen krijgt. Zorg dus voor een soort voedsel dat uw dier dwingt tot kauwen, dit houdt het gebit in conditie. Geef liefst harde brokken en laat de hond ook regelmatig op kluiven of kauwbotten kauwen.
U kunt ook proberen om de tanden van uw dier te poetsen. Meestal laten ze dit na goed oefenen wel toe. Er zijn hiervoor inmiddels speciale tandpasta’s en tandenborstels in de handel. Bij onze assistentes kunt u terecht voor informatie en een demonstratie.
Als u een pup heeft, wen deze dan meteen aan het poetsen van de tanden, dan heeft u later minder problemen. Normaal gesproken is het voldoende als u drie tot vier maal per week het gebit van uw huisdier verzorgt.