Cavia's

Als cavia eigenaar zult u onze praktijk regelmatig bezoeken. Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen, daarom adviseren wij om jaarlijks met uw cavia langs te komen voor een algemene controle, deze kan goed gecombineerd worden met de jaarlijkse vaccinatie.

De beste zorg voor uw cavia

Cavia’s zijn sociale, vriendelijke dieren die veel aandacht en zorg nodig hebben. Ze leven het liefst met soortgenoten. Een koppel of een kleine groep van hetzelfde geslacht werkt meestal goed. Zorg voor een ruim verblijf met zachte, schone bodembedekking, waar ze kunnen bewegen, met meerdere verstopplekken en genoeg ruimte om elkaar te ontwijken als dat nodig is. Ververs het hok regelmatig om ziektes en nare geurtjes te voorkomen.

Cavia’s houden niet van tocht, vocht of extreme temperaturen. Zet het hok op een rustige, veilige plek – binnen of in een goed geïsoleerd buitenhok.

Afspraak maken

Wij proberen onze wachttijden zo kort mogelijk te houden, vandaar dat wij alleen op afspraak werken en onze paraveterinairen aan de telefoon al diverse vragen stellen om zo te zorgen dat er voldoende tijd is om goed naar uw cavia te kijken.

Vitamine C

Net als de mensen kunnen cavia’s geen vitamine C aanmaken. Door onvolledige voeding of door overmatig verbruik van het lichaam kan een cavia snel een tekort aan dit vitamine krijgen. Daarom is het belangrijk dat een cavia elke dag een tablet vitamine C krijgt.

Het is algemeen bekend dat vitamine C goed is voor het afweerstelsel, maar wat minder bekend is, is dat vitamine C ook onmisbaar is voor het maken van bindweefsel.
Het bindweefsel “bindt” als het ware meerdere celtypes aan elkaar. Denk aan tanden in het kaakbot, de aanhechting van spieren en pezen aan bot. Ook is het een onderdeel van kraakbeen.

Als een cavia te weinig vitamine C krijgt, wordt er minder (stevig) collageen aangemaakt. Hierdoor krijgt de cavia minder sterke verbindingen in gewrichten, pezen en spieren. Hierdoor kan uw cavia vervelende gezondheidsproblemen krijgen.

Symptomen te weinig vitamine C:
– gebitsproblemen (komt het meeste voor)
– dikke gewrichten
– slappe rug
– kromme pootjes.

Vitamine C zit ook in veel voeding. Lees over voeding verder bij het tabje voeding.

Vaccinatie

Een cavia vaccineren? Ja! Niet veel mensen weten het, maar het is zeker aan te raden om cavia’s te vaccineren.

Cavia’s kunnen ernstige luchtweginfecties oplopen met soms dodelijke afloop door de Bordetella bronchiseptica bacterie. Wanneer er meerdere dieren gehouden worden, kan deze bacterie een grote rol spelen. In deze groepen is er namelijk vaak sprake van een verhoogde infectiedruk. Ook als een cavia niet ziek oogt kan hij de bacterie wel bij zich dragen en overdragen aan de rest van de groep.

Bekende dragers van de Bordetella bronchiseptica zijn konijnen, honden, katten en mensen.

Wanneer vaccineren?
– als u meerdere cavia’s hebt, omdat de infectie zich dan snel kan verspreiden
– als cavia’s samen met konijnen leven, konijnen kunnen drager zijn van de bordetella bronchiseptica zijn.
– als uw cavia’s in contact komen met andere dieren die drager kunnen zijn, zoals honden en katten.

U kunt uw cavia al laten vaccineren vanaf 6 weken leeftijd. Voor blijvende bescherming moet de vaccinatie jaarlijks herhaald worden. U kunt uw cavia het hele jaar door laten vaccineren. Het grootste risico ligt in het najaar. Daarom heeft het de voorkeur om uw cavia aan het einde van de zomer te vaccineren. Een vaccinatie biedt geen garantie dat uw cavia niet ziek kan worden van de bacterie. Hij zal echter wel meer weerstand hebben, waardoor hij er beter tegen kan.

Voeding

Cavia’s zijn planteneters (herbivoren). In het wild eten cavia’s grassen, zaden en graan. Cavia’s eten ook een deel van hun eigen keutels op, dit is nodig omdat het voer niet in één keer volledig wordt verteerd.

Ons advies als voeding voor uw cavia:

– hooi: onbeperkt
– caviavoer: 10-15 gram per dag (biks, geen gemengd voer)
– groente: beperkte hoeveelheid van vooral harde groenten
– vitamine C (uit voer + 1 tablet van 50 mg per cavia per dag).

Hooi:

Een cavia moet veel hooi of gras eten. Lang gras is beter dan kort gras, omdat kort gras teveel eiwit heeft. Hooi is gedroogd gras en u zult zien dat dit lang gras is, er zit minder blad aan en meer stengels. Stengels zijn vezelrijk en minder eiwitrijk. Hooi is daarom goed voor cavia’s.

Hooi is vezelrijk en zorgt er daardoor voor dat het gebit mooi afslijt, ze er goed op moeten kauwen. Daarnaast is het ook een bron van energie en voedingsstoffen en het houdt de darmen in beweging. Een cavia heeft continu doorgroeiende tanden en kiezen. Doordat ze op vezelrijk materiaal knagen en kauwen zorgen ze ervoor dat de tanden en kiezen op elkaar afslijten.

Groente:

Een cavia zal groente ook lekker vinden. Laat uw cavia er aan wennen en geef niet te grote hoeveelheden. Als er teveel gegeven wordt kan er diarree of gasvorming ontstaan. In groente zit vitamine C, wat belangrijk is omdat cavia’s dit zelf niet aanmaken of opslaan. Goede groentes om aan uw cavia te geven zijn: paprika, andijvie, witlof, wortel en appel. Wij adviseren om vooral harde groentes zoals winterpeen te geven, hierop moet een cavia extra kauwen.

Caviavoer:

Kies voor caviavoer dat niet gemengd is (biks of pellet brokjes). Ga voor een merk waar extra vitamine C aan toegevoegd is. Neem geen voeding dat ook geschikt is voor andere knaagdieren of konijnen (die hebben geen extra vitamine C nodig). Zorg dat het voer licht- en luchtdicht is verpakt. Vitamine C wordt minder als het blootgesteld is aan licht en lucht.

Geef niet meer dan 10-15 gram per kilogram lichaamsgewicht caviavoer per dag. Naast het feit dat een cavia anders te dik wordt loopt hij ook meer kans op het ontstaan van blaas- of nierstenen, doordat uw cavia teveel calcium binnen krijgt via het voer.

Wanneer uw cavia niet zelfstandig wil eten moet u uw cavia gaan dwangvoeren. Er zijn speciale voedingen voor cavia’s op de markt die als dwangvoeding gegeven kunnen worden. Geef ze geen Olvarit baby hapjes (bijv. het wortelhapje). In de Olvarit hapjes zitten gekookte groenten, deze zijn niet goed voor uw cavia. U kunt bij ons de speciale dwangvoeding ophalen.

 

Gebit

Het gebit van een cavia blijft zijn leven lang doorgroeien. De snijtanden kunnen wel 6 tot 8 cm per jaar groeien. Door dagelijks hooi te eten, slijten zijn tanden en kiezen op elkaar af en blijven ze op de juiste lengte.

Een cavia wordt geboren met het volledig volwassen gebit van vier snijtanden en zestien kiezen. De snijtanden in de onderkaak zijn normaal gesproken langer dan die in de bovenkaak. De tanden en kiezen moeten recht boven elkaar staan om goed op elkaar af te slijten.

Tekenen van gebitsproblemen:

– uw cavia eet langzamer of stopt met eten
– uw cavia kwijlt of heeft een natte vacht rond de bek
– vermagering of een slechte vacht
– snijtanden groeien scheef of kunnen tot in het gehemelte groeien
– haken op de kiezen die in de wang of tong prikken.

Preventie van gebitsproblemen:

– zorg dat uw cavia voldoende hooi heeft, door het malen slijten de tanden en kiezen goed af.
– geef voldoende vitamine C.
– zorg dat uw cavia knaagmateriaal heeft. Denk hierbij aan wilg of hazelaar.

Geef geen knaag- en likstenen. Deze bevatten te veel mineralen en zout bevatten, wat blaasproblemen kan veroorzaken.

Wat te doen bij gebitsproblemen?
Vermoed u dat uw cavia gebitsproblemen heeft? Neem dan contact met ons op. Onze dierenartsen kunnen het gebit van uw cavia nakijken en indien nodig behandelen.

Castratie

Zeugjes kunnen al op 2 maanden leeftijd vruchtbaar zijn en beertjes op 3 maanden leeftijd. Het is aan te raden jonge cavia’s al na 5 tot 6 weken na de geboorte gescheiden te houden. Na een bevalling is een zeugje binnen een paar uur alweer vruchtbaar!

Om onderlinge agressie en ongewenste nestjes te voorkomen adviseren wij om de beertjes te castreren. Cavia’s kunnen gecastreerd worden vanaf een leeftijd van 4 maanden.

Ook na de castratie kan een beertje nog 5 tot 6 weken met succes dekken. Gedurende deze tijd is het handig om beertjes en zeugjes nog steeds te scheiden.

Wanneer u een nestje wilt fokken met een zeugje, moet dit gebeuren in het eerste levensjaar. Daarna zijn namelijk beide bekkenhelften met elkaar vergroeid en ontstaan er geboorteproblemen bij de bevalling.